Bericht van de penningmeester

Over list en bedrog, angstzweet, corona, de leden en geld uiteraard. 


Sinds de laatste ledenvergadering (eind oktober 2021) ben ik als penningmeester toegetreden tot het bestuur. Een, nog steeds, te klein bestuur. En daar zit je dan: een onervaren penningmeester (nooit eerder gedaan behalve thuis dan), in een bestuur met nauwelijks bestuurlijke ervaring en dan óók nog in corona-tijd. Gelukkig ben ik goed ‘ingewerkt’ door mijn voorganger Rob de Bie, en Petra Meester is degene die het vele échte werk (administratie, facturering, boekhouding) eigenlijk doet, maar er komt desondanks gewoon veel op je af. 


“Of Jaap het niet wil doen, die heeft toch een financiële achtergrond?”, dat was de insteek waarmee Johan Dorst en Henk Fokker op mij afstapten afgelopen zomer. Wisten zij veel, je werkt dan wel bij een bank, maar ik heb 0,00 werkervaring met balansen, jaarrekeningen, grootboeken etc., Ben toch ooit niet voor niets gezakt voor mijn MEAO-examen? Ik had al gauw in de gaten dat ik ‘in de val’ zat: er was geen ontkomen aan, vooral ook op de manier waarop zij aangaven dat ‘het’ eigenlijk allemaal niet zo veel voorstelde…… ja ja. 


Als ik echter nu terugkijk op de afgelopen periode, ben ik blij dat ik ‘ja’ heb gezegd (destijds tegen mijn vrouw ook trouwens). De woorden van Johan en Henk bleken, vanzelfsprekend, niet geheel conform de werkelijkheid, maar ik vind het een ontzettend leuke en leerzame job: je bent nooit te oud om te leren!  


Goed, genoeg geouwehoerd, op naar de realiteit van 15 januari 2022, de eerste dag van de nieuwe versoepelingen m.b.t. corona. Eindelijk, en gelukkig, wat ben ik blij voor iedereen die daar zijn of haar voordeel mee kan doen. De voorzitter heeft er al genoeg over geschreven, dus daar kom ik mooi vanaf. 


Vanuit mijn rol als penningmeester kan ik niet genoeg benadrukken dat wij als bestuur ontzettend blij en dankbaar zijn dat écht ál onze leden ‘gewoon’ de contributie doorbetaald hebben afgelopen seizoen. En daar verhoudingsgewijs weinig tot niets voor terug hebben gekregen. Vooral de eerste langdurige lockdown (en dus grotendeels uitvallen van de korfbalcompetities) was een ontzettende ‘pain in the ass’. De vaste bondskosten liepen echter deels gewoon door, de huur van de kantine en sporthal deels idem, maar met hier en daar wat restituties en mooie acties is de schade voor het seizoen 2020-2021 gelukkig fors beperkt, sterker nog, het resultaat viel uiteindelijk reuze mee. Edoch (neem je ‘m over Jacqueline?), en ontzettend belangrijk, natuurlijk óók geen opbrengsten voor de kantine, de kurk waarop we als vereniging drijven. Je praat dan wél over serieus geld. 


Gelukkig dit seizoen in ieder geval de eerste helft veldcompetitie af kunnen maken, en een mini begin van de zaalcompetitie mogen beleven. Trainingen die lange tijd tóch door zijn gegaan. Dus wél wát terug voor je zuurverdiende geld. Echter, we zijn als bestuur van mening dat wél betalen maar er weinig voor terug krijgen niét helemaal eerlijk is. En al helemaal niet als je, bijvoorbeeld als student zonder bijbaan en een groeiende studieschuld, jouw doekoe ziet verdampen tot, ja, tot wát eigenlijk? De boodschap aan ieder contributie betalend lid of ouder is hopelijk helder: neem contact op met het bestuur/mij en we zullen bekijken óf en wát we voor je kunnen betekenen.
  

Voor nu denk ik dat mijn schrijfdebuut al weer véél te lang is, dus brei ik er een eind aan. Maar jullie zijn nog niet van me af, binnenkort kom ik weer terug in de lucht want ik ga een webinar ‘Geld genereren’ volgen (via mijn concullega’s van de RABO-bank). Een klein tipje van de sluier wil ik alvast oplichten: ‘De club van 100’! 


Tot ziens in de zaal of op het veld! 


Jaap van Bruggen (penningmeester)