Het voelt vandaag of ik mee mag schrijven aan een heerlijke musical: ‘De Jantjes’.
De musical gaat over: OVVO, langdurige vriendschappen, ‘andere tijden’ en het bedrijf Bammens.
Ik zit met koffie en gebak aan tafel met Jan de Wit (Jan), Ome Jan Brouwer (Ome Jan) en Rob Brouwer bij de Merenhoef. We komen hier voor een gesprek over OVVO, maar het is alsof we een kwartje in de automaat stoppen, de Jantjes zijn niet te stoppen. Alle verhalen en anekdotes komen weer naar boven en naarmate het gesprek vordert, gaan de ogen van hen beide steeds meer glimmen en stralen.
Rob stelt de vraag: ‘Wat deden jullie vroeger bij OVVO?’ Gelukkig heb ik mijn pen al in de aanslag, de spraakwaterval begint.
‘Ik was o.a. voorzitter van de Technische commissie’, zegt Ome Jan.
‘Ik was o.a. penningmeester en runde het wedstrijd secretariaat’, zegt Jan. Het wedstrijd secretariaat was toen heel anders dan dat het nu gaat. ‘Ik had toen nog geen telefoon’, zeg Jan. ‘Soms ging ik naar Gijs v.d. Lugt. Hij had al wel een telefoon’. ‘Ik typte de opstelling van de teams op een papier en deze mochten we bij Schoonhoven in de Kaatsbaan, ophangen’.
Later kwam het ‘Weetje werkje’. Hierop stonden de aanvangstijden van de wedstrijden en verzameltijden vermeld. Het ‘Weetje werkje’ hing bij Telkamp. Jan vertelt: ‘Het Weetje Werkje’, werd bij Bammens gedrukt, o.a. door Nel Verwoerd. Dit mocht van Bammens.
De teams gingen op de fiets naar alle andere verenigingen. ‘Een keer waren er een paar ouders boos op mij. Ik liet de kinderen naar IJsselstein fietsen voor een wedstrijd’.
Rob en ik, kijken elkaar lachend aan. Dit zijn echt ‘andere tijden’.
Ome Jan vult aan. ‘Niet iedereen had een auto in het team. Soms konden we de bus van Bammens lenen voor onze wedstrijden. Een keer had ik een dame nodig, maar ook een auto. Ik heb toen een dame uit een veel lager team laten meespelen in het 1ste, omdat zij een auto had’.
Jan herkent dit argument. ‘Ik heb maar één wedstrijd in het 1ste gespeeld. Dit was een wedstrijd in Culemborg. Ik mocht meedoen, omdat ik een motor had en er zelf naartoe kon gaan.’
We moeten hier allen hard om lachen.
Jan vertelt dat hij als penningmeester alles handmatig moest bijhouden. Sommige mensen konden de contributie niet in een keer betalen. ‘Ik ging het geld dan bij hen thuis ophalen én ze kregen korting van de vereniging. Doordat ik het bij hen thuis ging halen, wist niemand het. Hoefden zij zich hier niet voor te schamen’.
We hebben gesproken over de verschillende locaties, waar OVVO gevestigd was. Eerst op de Gaslaan, toen het veld bij de Maria Dommer. We hebben even bij Zuilen gespeeld. Vervolgens naar de Stationsweg en toen………… naar onze huidige plek: Sportparkweg 9.
De overstap naar de Stationsweg was een mooie stap. Jan vertelt: ‘Ab van Vliet en ik gingen naar Dick de Vor. Dick was een man die veel contacten had bij Bammens.’ Jan gaat verder met: ‘Ab was slim, want Ab dacht ‘als de ervoor zorgen dat Dick de voorzitter gaat worden bij OVVO. Kunnen we misschien ook wat spullen van Bammens gebruiken.’ Zo gezegd, zo gedaan. Ab en Jan gingen naar Dick en ja, hij werd de nieuwe voorzitter van OVVO.
‘Ja’, zegt Ome Jan, ‘Als je op de Stationsweg “Bammens” riep, stortte alles in elkaar. We hadden een mooie CV en fietsenrekken, prullenbakken, teveel om op te noemen van Bammens.’
Jan zegt: ‘Vroeger was er ook bedrijfsvoetbal in Maarssen. Hiervoor moest je inschrijfgeld betalen. Dit geld ging dan naar het goede doel: het Groene Kruis. Wij dachten, dat kunnen wij ook. Wij organiseerden bedrijfskorfbal, ook met inschrijfgeld. Het goede doel was: OVVO.’ De pretogen van de oude penningmeester glinsteren nog bij dit mooie verhaal.
In het begin waren er maar twee senioren teams. Dit waren ook vriendenteams. De aanvoerders van beide teams bepaalden wie in welk team zou komen. Er waren geen trainers of coaches. Je deed alles gewoon zelf, aldus de Jantjes.
De strategie tijdens de wedstrijden was eigenlijk heel makkelijk. Je had ‘paaldames’, Annie de Wit was vanwege haar lengte een super dame. En je had ‘snelle’ mannen. Verder ging je tijdens de wedstrijd samen overleggen wat te doen. Ome Jan vertelt: ‘Als ik een hele snelle heer had, liep ik altijd even naar Gijs en zei: neem jij hem maar.’
De scheiding tussen de teams ging ook ver. Het 1ste moest een wedstrijd spelen op hetzelfde tijdstip als het 2e team. Niemand van het 2e team wilde met het 1ste meedoen. Jan zegt: ‘Toen hebben we de broer van Ymke v.d. Lugt gevraagd om mee te doen met OVVO. Hij speelde eigenlijk bij DOS, maar dat maakte niet uit.’
Ome Jan vult aan: ‘We gingen een keer voor een promotie wedstrijd naar Mia. We hadden één man te weinig. Mia zei: dan mag je wel een man van ons lenen uit het 4e team.’ ‘Haha’, zegt Ome Jan, ‘Dat hebben ze geweten. We hebben gewonnen met 6-5. De winnende is gescoord door de eigen Mia man.’
Toen OVVO groter werd en meer leden kreeg, was het de gewoonte dat iedereen van de selectie een jeugdteam ging trainen. ‘Dit moest gewoon! Of je het nu leuk vond of niet.’ de beide Jantjes kijken met een blik van ‘logisch, toch?!’
De mentaliteit tijdens de wedstrijden was fel en fanatiek, maar ook gezellig. ‘We wilden uiteraard wel winnen. Ome Jan vertelt: ‘Het was toen ook een hele andere tijd. Het was na de oorlog. We moesten het land opbouwen en we hadden maar één uitlaatklep, dat was korfbal.’
Nu zitten beide mannen aan de tafel bij de Merenhoef. ‘We hebben het hier goed’, zeggen zij beide. ‘We komen nog veel OVVO mensen tegen. De Bosmannen komen hier vaak een praatje maken. En er werken veel (oud) OVVO-leden, zoals: Marian Sodaar, Corinne, Anne-Roos en Regina v.d. Lugt, Miranda Woudenberg en wsl. nog mensen die we vergeten zijn op te noemen. (Sorry daarvoor).’ De Jantjes vinden het fijn, al die OVVO mensen om hen heen.
Voor mij is de rode draad in dit verhaal:
Een groot OVVO-hart, familiesport, hechte vriendschappen, sociaal gebeuren en tenslotte ook Bammens.
Bij het afscheid nemen zegt Jan: ‘Wij zijn echt niet de enige die veel hebben gedaan voor OVVO. Er zijn nog heel veel mensen die ook een groot OVVO-hart hebben.’
Wij hebben Jan gerust gesteld. Wij gaan ook nog opzoek naar de andere oud-OVVO-helden.
Rob zie ik al nadenken over een mooie MAX-tv-productie, Zoiets als: “De Jantjes bij OVVO’, of misschien wel ‘Hendrik Groen op het korfbalveld’.
Dank lieve Jantjes voor jullie mooie verhaal.
Dank Rob voor de ondersteuning.
Groet Jacqueline v.d. Akker